Het BIPT heeft onderzocht of de operatoren met een aanzienlijke marktmacht (Proximus, Telenet, Brutélé en Voo NV) tarieven hanteren die kunnen leiden tot een margin squeeze. Er is sprake van een margin squeeze of wurgprijzen wanneer de marge tussen alle relevante inkomsten en de wholesalekosten niet volstaat om de eigen netwerkkosten en de retailkosten te dekken, met inbegrip van een redelijke kapitaalopbrengst. In het geval van een margin squeeze zou een alternatieve operator niet in staat zijn om de retailprijzen van operatoren met een aanzienlijke marktmacht (hierna “AMM-operatoren) te dupliceren, gegeven de prijs die betaald dient te worden voor het gebruik van het netwerk van de AMM-operator.
Een margin squeeze kan de concurrentie ernstig verstoren en consumenten benadelen door het belemmeren van nieuwe toetredingen, het tegengaan van de groei van concurrenten of zelfs het uit de markt duwen van alternatieve operatoren. De huidige bepalingen hieromtrent werden vervat in de richtsnoeren die door het BIPT werden gepubliceerd op 26 december 2017. Het verbod op het toepassen van margin squeeze-praktijken door AMM-operatoren is opgenomen als een verplichting in het Besluit van de CRC van 29 juni 2018 betreffende de analyse van de markten voor breedband en televisieomroep en het besluit van het BIPT van 13 december 2019 betreffende de markt voor hoogwaardige toegang.
De Raad heeft het wenselijk geacht om de relevante retaildiensten in 2020 opnieuw aan een test te onderwerpen, met het oog op wijzigingen die sindsdien hebben plaatsgevonden op het vlak van de regelgeving (zo werd in de huidige test bijvoorbeeld rekening gehouden met de meest recente tarieven voor de toegang tot de kabelnetwerken en tot het FTTH-netwerk van Proximus) en de evolutie van de het commerciële aanbod van de operatoren dat gekenmerkt wordt door complexere bundeltypes.
Op basis van de recent uitgevoerde tests, heeft het BIPT geen margin squeeze-praktijken op portfolio niveau kunnen vaststellen, noch op basis van de eigen kosten van de AMM-operatoren noch na aanpassingen aan de schaal en de efficiëntie van de AMM-operatoren.
De inzichten bekomen bij de uitvoering van deze tests, hebben het BIPT ertoe aangezet om zijn richtsnoeren op een aantal punten aan te passen. De wijzigingen behelzen de opname van een aantal verduidelijkingen in verband met het uitvoeren van een test op productniveau (principe 3), de behandeling van mobiele telefonie (principe 11) alsook de procedure voor de toepassing van de margin squeeze test en meer bepaald de frequentie van de test (principe 15). Deze vernieuwde richtsnoeren vervangen de Communicatie van 26 december 2017 omtrent richtsnoeren voor het toepassen van margin squeeze-tests.