Een drone gebruikt radiogolven voor de afstandsbediening of om de vastgelegde beelden rechtstreeks door te sturen. Het gebruik van drones is bijgevolg onderworpen aan andere regels naast deze in verband met radiocommunicatie.
Let er in het bijzonder op dat je drone en de afstandsbediening de gepaste CE-markering dragen. De CE-markering is een integraal onderdeel van de wetgeving en moet onuitwisbaar op zowel de apparatuur als op de verpakking worden aangebracht.
Bij het product moet een EU-conformiteitsverklaring van de fabrikant (DOC) of een vereenvoudigde EU-conformiteitsverklaring van de fabrikant met een link naar de volledige verklaring worden gevoegd. Deze bevat onder andere een expliciete verwijzing naar Richtlijn 2014/53/EU (RED -richtlijn).
Een drone bestuurd door radiofrequenties, een camera, een microfoon of een telemetrie- of navigatiesysteem dat informatie via radiosignalen verzendt of ontvangt, moet immers voldoen aan de RED-richtlijn, waarvan de toepassing wordt verzekerd door het BIPT.
De RED-richtlijn stelt dat informatie over de bestemming en het gebruik van het toestel op de verpakking en in de gebruiksaanwijzing moet worden vermeld. Dit is de lijst met landen waarin deze apparatuur kan worden gebruikt, evenals eventuele beperkingen. Zowel het vermogen als de frequentie moeten in de handleiding worden aangegeven.
Het BIPT kan te allen tijde controles uitvoeren, zowel bij amateur-gebruikers als bij professionele gebruikers, op de naleving van de technische radiokarakteristieken van de drones. In geval van niet-naleving kan de drone in beslag worden genomen en wordt een proces-verbaal opgesteld. Lees voor het gebruik dan ook aandachtig de veiligheidswaarschuwingen, de instructies en eventuele gebruiksbeperkingen. De toestellen mogen enkel gebruikt worden voor hun beoogde functie.
Meer informatie en de geldende regelgeving kan gevonden worden op de website van de FOD Mobiliteit.
Wat betreft de frequenties die kunnen worden gebruikt:
Frequentie (MHz) | Vermogen | Gebruik | Opmerkingen |
---|---|---|---|
26,995; 27,045; 27,095; 27,145; 27,195 | 100 mW e.u.v. Ingebouwde antenne |
Afstandsbediening van schaalmodellen | Frequenties gebruikt voor het meeste speelgoed |
34,995-35,335 33 frequenties |
100 mW e.u.v. Ingebouwde antenne |
Afstandsbediening van schaalmodellen | Enkel voor modelluchtvaart |
40,570-40,660 9 frequenties |
100 mW e.u.v. Ingebouwde antenne |
Afstandsbediening van schaalmodellen | Enkel voor modelluchtvaart |
40,665; 40,675; 40,685; 40,695 | 100 mW e.u.v. Ingebouwde antenne |
Afstandsbediening van schaalmodellen | |
70,0125-70,2625 9 frequenties |
100 mW e.u.v. Ingebouwde antenne |
Afstandsbediening van schaalmodellen | Enkel voor modelluchtvaart |
2400,0-2483,5 | 100 mW e.i.u.v. | Afstandsbediening, telemetrie, video | Ook gebruikt voor wifi en andere toepassingen |
5725-5875 | 25 mW e.i.u.v. | Afstandsbediening, telemetrie, video | Ook gebruikt voor wifi en andere toepassingen |
E.u.v.: effectief uitgestraald vermogen.
E.i.u.v.: effectief isotroop uitgestraald vermogen: deze vermogens zijn deze die worden uitgestraald door de antenne. Bij gebruik van een winstantenne moet dan ook het vermogen van de zender worden beperkt.
- Indien een winstantenne of een versterker wordt gebruikt, dient het uitgangsvermogen van de zender te worden aangepast met een factor die overeenstemt met de maximale versterking van de antenne of de versterker om het hiervoor gedefinieerde maximale equivalent (isotroop) uitgestraald vermogen te behouden.
- Uitzendingen gebeuren op frequenties gedeeld met andere gebruikers en er is geen enkele garantie dat er geen storingen zullen optreden.
- De gebruikte antenne moet door de fabrikant van de zender gehomologeerd zijn.