In dit advies, gegeven op verzoek van de voorzitster van de commissie voor Grondwet en Institutionele vernieuwing van de Kamer van volksvertegenwoordigers, brengt het BIPT naar voren dat het geen reden ziet om een recht op (toegang tot een) open en toereikend internet grondwettelijk te verankeren.
De redenen voor deze zienswijze zijn in essentie dat
- er in het EU-kader (met name in de Open Internetverorderning van 2015 en het Europees Wetboek voor elektronische communicatie van 2018) genoeg taken, beginselen en doelstellingen geformuleerd zijn die waarborgen dat het internet open blijft en die de overheid ertoe aanzetten om resterende problemen in verband de toereikendheid van het internet aan te pakken;
- het voorgeschreven beleid in België ook effectief ten uitvoer wordt gelegd (het advies geeft daarvan enkele voorbeelden) en dat
- de uitrol van glasvezelnetwerken en 5G nu en in de toekomst de beschikbare netwerkcapaciteit enkel en alleen zullen verhogen waardoor de kans op congestie nog meer verkleint en de mogelijkheden om kwaliteitsvolle, innovatieve online diensten tot bij de burger te brengen vergroten.